enkel voor abonnees

Sigrid Schellen werkt als prostituee

interview - 12 02 2020
Sigrid Schellen

“Zolang mijn lichaam het toelaat, wil ik dit blijven doen”

Vorig jaar gaven Belgen meer dan een miljard euro uit aan betaalde seks. Ze gaan daarvoor naar een prostituee. Eén van die vrouwen is Sigrid Schellen. Zij maakte van seks haar beroep. Daar schreef ze ook een boek over. Dat heet ‘Hoerenchance’. Schellen vertelt daarin heel eerlijk over haar werk.

 

Betalen voor seks is nog altijd een groot taboe. Je laten betalen voor seks is dat ook. Maar Schellen vindt dat het geen taboe zou mogen zijn. Daarom wil ze vertellen over wat ze doet. Ze hoopt er ook invloed mee te hebben op de wetten over prostitutie. Dat moet haar werk veiliger maken.

 

Wablieft: Waarom koos je voor dit beroep?

Sigrid Schellen: Iedereen heeft vast wel een lijstje met wat hij of zij graag wil proberen bij seks. Bij mij stond op dat lijstje: me ervoor laten betalen door iemand die ik niet ken. Dat leek me wel spannend. Maar ik durfde niet goed. Het leek me zelfs wat gevaarlijk. Dus ik deed het toch maar niet.

Dat veranderde toen ik ongeveer een jaar gescheiden was. Ik had een laag inkomen. Had ik alle kosten betaald? Dan had ik maar 20 tot 50 euro per maand over. Ik had geld nodig. Maar ik wilde bij niemand lenen. Ik zou dat nooit kunnen terugbetalen. Daarom besloot ik om een week te werken als prostituee. Ik wist dat ik zo snel geld kon verdienen. Dat is het enige vooroordeel over prostituees dat wel klopt (lacht).

 

Welke jobs deed je eerst?

Ik heb veel jobs gehad die slecht betaalden. Ik werkte in fabrieken aan de band, als inpakster, als verkoopster in winkels van kleding,… Die jobs vond ik helemaal niet fijn. Mijn plan was om verder te studeren. Maar ik moest stoppen na mijn laatste jaar middelbaar. Ik ging werken om te sparen. Met dat geld wilde ik mijn studie betalen. Maar toen leerde ik mijn ex-man kennen. Studeren kwam er niet meer van. Ik had ASO gevolgd, dus ik heb nooit een vak geleerd. Daarom kon ik geen goede jobs krijgen. Ik heb geen enkele job gevonden die ik leuk vond. Tot nu, dus (lacht).

 

Je doet je werk als prostituee met plezier?

Ja, echt. Na mijn eerste week had ik het geld verdiend dat ik nodig had. Ik wilde eigenlijk stoppen. Ik haalde mijn reclame van het internet. Maar toen kreeg ik telefoon van klanten. “Je gaat toch niet stoppen? We hebben nu eindelijk iemand gevonden met wie het echt klikt”, zeiden ze. Dus ik besloot om nog een week door te gaan. Zo had ik nog wat extra geld verdiend. Na die tweede week dacht ik: waarom zou ik hier eigenlijk mee stoppen? Ik doe het graag en het is gemakkelijk.

 

Hoelang doe je dit werk nu al?

Drie jaar.

 

Wat vonden je familie en vrienden ervan?

Ik heb het hen pas laat verteld, pas na bijna twee jaar. Ik wilde het alleen vertellen als ik zeker was over mijn keuze. Veel prostituees zeggen daarom niks over hun beroep aan andere mensen. Ze denken: ik doe dit toch maar voor eventjes.

Maar ik wist dat ik het zou blijven doen. Ik was toen ook al mijn boek aan het schrijven. Dat wou ik niet onder een valse naam uitgeven. Daarom vertelde ik het aan mijn familie. En dat ging heel goed. Mensen die me goed kennen, waren niet erg verrast. Ik ging altijd al heel vrij met seks om. Ik had veel losse partners. Het grote verschil met vroeger is dat ze me er nu voor betalen. En ook dat vond niemand een grote schok. Ze maakten zich wel een beetje zorgen. Is het wel een veilig beroep? Maar ik kon hen snel geruststellen.

 

Je hebt een dochter van vijf jaar. Wat vertelde je haar?

Heel weinig. Ik vind het moeilijk om haar te vertellen over mijn beroep. Ze is zo jong. Ze weet nog niet wat seks is. Ik heb haar heel voorzichtig verteld dat ik met eenzame papa’s knuffel. Ze weet ook wel dat sommige mensen alleen zijn. En die hebben niemand om te knuffelen. Dus dat doe ik dan. Maar ze vraagt me eigenlijk helemaal niet naar wat ik doe, hoor. Grote mensen werken. Maar wat ze dan precies doen, daar stelt mijn dochtertje zich nog geen vragen bij.

 

Door je boek weten veel mensen nu wat jij doet. Dus ook de andere ouders op de school van je dochter. Doen zij nu anders tegen jou?

Nog voor mijn boek uit was, mocht ik al eens over mijn beroep praten op tv, in het programma ‘Van Gils en gasten’. Veel mensen zagen dat. Een maand later was er het feestje voor de verjaardag van mijn dochter. Al haar vriendjes mochten komen van hun ouders. Dus zo erg zullen ze het vast niet vinden.

Ik denk wel dat sommige mensen geschrokken waren. Ik begrijp het dus wel als iemand het er moeilijk mee zou hebben. Maar ik heb zelfs de indruk dat er nu meer mama’s met mij praten dan vroeger. Het gaat dus heel goed.

 

Waarom wilde je dat boek schrijven?

Toen ik met dit werk begon, kon ik er met niemand over praten. Dus schreef ik alles op in een soort van dagboek. Als kind wilde ik al schrijfster worden. Dat was mijn grote droom. Maar ik vond nooit een echt goed verhaal. Door mijn bijzondere werk had ik nu plots veel verhalen.

Met mijn boek wil ik tonen hoe mijn beroep echt is. Want veel mensen hebben er een verkeerd idee over. Ik wil ook wel de problemen onder de aandacht brengen. Want de wet maakt het ons heel moeilijk. En er zijn veel vooroordelen en taboes.

 

Vorig jaar gaven Belgen wel een miljard euro uit aan betaalde seks.

Dat is veel geld, hè. In België werken ongeveer 28.000 prostituees. Maar veel mensen vinden wat zij doen nog altijd een schande. Bijna niemand durft ook toe te geven dat hij prostituees bezoekt. Nu, de meeste klanten zijn mannen die vreemdgaan. Daarom zwijgen ze er natuurlijk liever over.

 

Waarom moet de wet over prostitutie veranderen?

Het werk zelf is niet verboden. Maar een prostituee helpen bij haar beroep mag niet. Ik ben zelfstandig en geef al mijn inkomsten netjes aan. Ik betaal belastingen zoals iedereen. Maar de boekhouder die voor mij werkt, is eigenlijk strafbaar. Dat is toch te gek? Door zulke regels werken veel prostituees in het zwart. Huur ik een flat om er te werken? Dan is mijn huisbaas strafbaar. Veel mensen willen daarom niet verhuren aan prostituees. Veel vrouwen moeten daarom bijvoorbeeld werken in goedkope hotels. Daar is het vaak niet veilig. Door al die problemen lijkt ons werk verdacht. En daarom praat er ook niemand over. Dat moet veranderen. Ik hoop dat ik met mijn boek daarbij kan helpen. Want nu werken elke dag ongeveer 28.000 mensen in lastige toestanden. Als dat bij een groot bedrijf zou zijn, was er al lang veel protest.

 

Je vertelt in je boek over wat je meemaakt in je werk. Wisten je klanten dat je over hen schreef? En vonden ze dat niet vervelend?

Sommige klanten wisten dat, ja. Maar niet iedereen. Ik heb wel alle namen en beroepen veranderd. Van enkele mensen beschrijf ik wel dingen die opvallen. Of die heel eigen zijn aan één persoon. Ken je die man heel goed? Dan zou je misschien kunnen weten dat ik over hem schrijf. Maar ik heb nog van geen enkele klant gehoord dat iemand hem herkend heeft.

Nu zijn ook alle vrouwen ervan overtuigd dat hun man nooit bij een prostituee zou gaan. Dus zelfs als ze hem zouden herkennen in mijn boek, dan willen ze niet geloven dat hij het echt is. 

 

Heeft je boek veel succes?

Je hoort me niet klagen. Maar ik had er wel meer van verwacht. Veel mensen voorspelden dat ik heel veel boeken zou verkopen. Zo hard is het niet helemaal gegaan. Dat heeft wellicht ook weer met vooroordelen te maken. De uitgever zei dat opvallend veel mensen een e-book kochten, in plaats van een papieren boek. Een e-book kan je rustig op je telefoon of tablet lezen. Niemand ziet de kaft en de titel van het boek. Bijna al mijn klanten hebben mijn boek gelezen. Maar dat mag hun vrouw niet weten, natuurlijk (lacht).

 

Welke mannen komen er vooral bij jou?

Dat zijn heel verschillende mannen. De meesten zijn ouder dan 40 jaar. En ze hebben meestal ook een hoog inkomen. Ik vraag 200 euro voor een uur. Niet iedereen kan dat betalen. Verder zijn het heel normale mensen, hoor. Het zou je broer of je vader kunnen zijn.

 

Verdien je veel?

Ik verdien goed, ja. Ik verdien niet zo veel als sommige mensen wel denken. Maar over geld maak ik me geen zorgen. Dat is fijn. Want het was ooit helemaal anders. 

 

Hoelang wil je dit werk blijven doen?

Zolang als mijn lichaam het me toelaat. Ik hoop dat ik zeker tot mijn 40 jaar kan doorgaan. Maar misschien doe ik het in de toekomst een beetje rustiger aan. Ik wil graag meer schrijven. En dat kost natuurlijk ook tijd.

Uit