enkel voor abonnees

Nederlands leren tijdens het sporten

interview - 04 10 2021
Karim Bachar, Sandy Peeters en Peter Wouters

Nieuw plan van de stad Antwerpen

In Antwerpen spelen jongeren voetbal. Het zijn jongeren die uit een ander land komen. Soms doen ze meer dan tegen een bal trappen. Ze leren ook Nederlands. Wablieft leerde dit plan wat beter kennen.



Drie organisaties uit de stad werken voor dit plan samen. Dat zijn Jespo, City Pirates en Kras Sport. Karim Bachar van de partij Vooruit is in Antwerpen schepen voor inburgering. “Hoe kan je nieuwkomers op een andere manier Nederlands leren? Zodat ze niet voelen dat ze in een klas zitten? Door ze aan sport te laten doen. Bovendien leren ze zo andere mensen kennen”, zegt Bachar.



Dat vindt ook Peter Wouters van de partij N-VA. Hij is de schepen voor sport. “Nederlands leren door aan sport te doen, kan vanzelf of automatisch gebeuren. Maar het mag dan niet voelen als een plicht.” Het plan krijgt de steun van Atlas. Dat is het Antwerpse centrum voor inburgering. “Het aanbod is heel ruim. Het gaat niet alleen om voetbal”, zegt directeur Sandy Peeters. Maar wat doen deze drie organisaties dan?

 

Hurken

Jespo geeft vormingen aan nieuwkomers. Zo kunnen ze zelf trainer worden. Bij Jespo volgen nu 14 jongeren de lessen. Met een grotere groep werken, gaat moeilijk. City Pirates is een voetbalclub uit Merksem. Dat is een deel van de stad Antwerpen in het noorden. Maar City Pirates werkt in heel de stad. De club leert jongeren Nederlands door hen ook te laten dansen. Zo bereikt de club nieuwkomers die niet van voetbal houden. Want deze jongeren gaan niet snel naar een club. Toch hebben ze hier nood aan. Daarom doet City Pirates veel meer. De club helpt ook de ouders. Zo is er voor de jongeren hulp bij hun huiswerk.



Kras Sport leert trainers en jeugdwerkers hoe ze met taal kunnen werken bij het sporten. “Nederlands moeten de nieuwkomers spelend leren. Dat is niet zo simpel”, vertelt Mohamed Zemmouri van Kras Sport. “Zeg je bij de eerste training: ‘ga op je hurken zitten’? Dan blijft iedereen staan. Ze weten niet wat je bedoelt. Je kan beter werken met kleuren of tekens om iets duidelijk te maken. De nieuwkomers komen uit verschillende landen. Van Somalië in Afrika tot Georgië in Oost-Europa. Maar allemaal houden ze van voetbal. Laat ze daarom vooral voetballen. Bij de sportclub moet je ze niet in een klaslokaal houden. Met Kras gaan we zelf naar de scholen. We rijden rond met een busje. Dat is de beste manier om die jongeren te bereiken.”



Potje

Op de sportvelden kan je zien hoe dat gaat. Jongeren staan in groepjes van twee rond een potje. De trainer van Kras Sport vraag om een deel van het lichaam aan te raken. Het lijkt wat op het liedje van ‘hoofd, schouders, knie en teen’. Plots roept de trainer: “potje!” Wie het snelst het potje pakt, krijgt dan een punt. “Dat is een goede oefening om op te warmen”, vertelt Mohamed Zemmouri. “Daarna moet je de jongeren vooral laten voetballen.”



We merken op dat in het voetbal de taal vaak Engels is. Zo is een speler die over het hele veld voetbalt een ‘box to box speler’. Of een voetballer die aan de zijlijn loopt, is een ‘wingback’. “Ja, dat weet ik. Dat is de wereld van de profs”, lacht Mohamed. Maar hier zijn er andere regels. We spreken altijd Nederlands met elkaar.”





Info: Wil je als organisatie ook nieuwkomers kansen geven in taal? Neem dan contact op met Atlas. Je vindt meer info op www.atlas-antwerpen.be

 

Interviews door Dominique Piedfort

Uit
sporters leren Nederlands
Uit