enkel voor abonnees

Christophe Taveirne met stille soepbar Sordo

interview - 12 09 2019
Soepbar Sordo
Foto: Michel Helaers

De tram ratelt voorbij. Een vrachtwagen remt en draait af. Een groep toeristen babbelt na over het Gravensteen wat verderop. Christophe Taveirne (49 jaar) ziet het in Gent allemaal. Maar hij hoort het niet. Hij is doof. In zijn soepbar Sordo is het trouwens stil voor iedereen. Ook al zitten er klanten. Christophe is een man met een boodschap.

 

Hij roert in de soep. Ze ruikt heerlijk. Klanten van soepbar Sordo komen halve liters afhalen. Intussen drinken andere klanten nog koffie na de kleine lunch. Dan heeft kok en eigenaar Christophe tijd voor ons.

 

Wablieft: Hier binnen is het stil, heel stil…

Christophe: Mijn doel is dat mensen hier tot rust komen. Stress is verboden!

 

Hoe kom je daarbij?

Dat is eenvoudig. Wie ben ik? Ik ben Christophe en ik hoor niets. Ik ben doof. En dat wil ik mijn klanten laten ervaren. Hoe is het om doof te zijn? Wij doven leven in een stille wereld. Daarom hoor je ook geen muziek in de zaak. En ik wil ook anders zijn dan de andere restaurants. Veel klanten vinden dat tof. Hier kunnen ze echt eens uitrusten van de drukte en het lawaai.

 

Heb jij ooit kunnen horen?

Nee, ik ben doof geboren. Ik heb bijvoorbeeld nooit muziek gekend. Ik kan ze enkel voelen door trillingen. Dat mis ik dus. Andere mensen klagen wel over lawaai. Ze zeggen me weleens: "Jij hebt geluk dat je het lawaai niet hoort". Maar toch vind ik het vervelend dat ik soms de gesprekken niet kan volgen.

 

Hoe groei je op als dove?

Ik ging naar Spermalie in Brugge. Dat is een school voor doven. Ik bleef er mijn hele schooltijd.

 

En dan? Droom of denk je dan aan je leven achteraf?

Ja, daar denk je natuurlijk al langer aan. Ik ben dan gaan werken. Dat ging niet altijd vlot. Ik werkte op veel verschillende plaatsen. Ik had verschillende jobs. Want ik had niet veel keuze. Op school leerde je bijvoorbeeld voor kok, bakker, schoenmaker,... Ik werkte eerst in Torhout, maar daar vond ik niet veel uitdaging. Na lang zoeken vond ik werk in de Jeugdherberg in Gent. In de stad ging er een nieuwe wereld voor mij open.

 

Hoezo?

In mijn streek in West-Vlaanderen zijn mensen niet zo ruimdenkend. Hier lijken mensen meer open te zijn voor doofheid. En wij doven zijn niet met velen. In een stad zijn we toch al met iets meer.

 

Niet al je klanten zijn doof?

Sommige klanten wel. De meeste natuurlijk niet.

 

Stappen de horende mensen hier vlot binnen?

Soms niet. Er blijft een drempel. De naam van de soepbar is ‘Sordo’. Dat is Spaans voor ‘doof’, maar het klinkt leuk. Ik heb ook wat Spaanse gerechten. ‘Sordo’ vertalen en uitleggen aan Vlamingen vind ik altijd leuk. Klanten moeten zich hier thuis voelen. Ik maak het hier ook gezellig en lekker, natuurlijk. Dat doet mensen terugkomen.

 

Jij bent doof. Hoe kunnen horende mensen dan bestellen?

Ik verplicht mensen nooit iets. Ik heb hier wel borden met gebarentaal. Die tonen eenvoudige woorden en begrippen. En de gebaren voor wat je hier kan krijgen: soep, brood, koffie, melk,... Zo kan je bij mij bestellen. Lukt dat niet? Geen probleem. Je kan ook gewoon aanwijzen in de toog of op de menukaart. Voor toeristen liet ik zelf foto’s van elk gerecht maken om aan te wijzen. Of je kan je bestelling opschrijven. Dat kan toch geen probleem zijn? Doven leven ook in een samenleving van vooral horenden. Wij moeten ons ook aanpassen.

"Ik heb hier wel borden met gebarentaal. Die tonen eenvoudige woorden en begrippen"

Uit
Dank je - gebarentaal
M. Helaers + L. Claerhout
Uit

Maken die borden nieuwsgierig naar gebarentaal?

Inderdaad. Dat vind ik ook leuk aan die klanten. Ik wil de mensen ook graag informatie geven over gebarentaal. En gebarentaal is niet zo moeilijk, hoor. Sommige klanten wil ik motiveren om tolk gebarentaal te worden. Want die kunnen we altijd gebruiken.

 

Wanneer ben je begonnen met soepbar Sordo?

In oktober is het drie jaar geleden. Alles kwam samen. Ik kon mijn eigen baas zijn. Ik kook graag. En ik wil een boodschap overbrengen. Ik ben fier als dove mens. Ook ik heb andere talenten. Dat wil ik tonen. Ik wil een voorbeeld zijn voor andere doven. Ik toon in Sordo trouwens ook schilderijen van mensen die doof zijn.

 

Ging starten met Sordo vlot?

Ik heb een grote liefde voor soepen. Ik bedenk er ook steeds nieuwe. Die keuze was dus snel gemaakt. Een eigen zaak is natuurlijk meer dan koken. Ik moest leren beheren, de regels, het papierwerk,... Ik volgde daar twee jaar les voor. Ik moest voor elke les een tolk regelen. Ik kreeg ook ideeën in het buitenland. In Parijs is er een café van doven, en in Barcelona in Spanje. Toch verschillen we allemaal. Met een zaak krijg je veel papieren van de gemeente om in te vullen. Dan moest ik telkens een tolk meenemen naar die diensten van de gemeente. De dienst VDAB heeft me goed geholpen. Nu heb ik ook een begeleider die me helpt bij papierwerk. Want ik ben alleen in de soepbar. Met een partner of collega is het eenvoudiger. Ook om dit gebouw van 100 jaar oud aan te kopen en te verbouwen. Gelukkig kreeg ik net een erfenis.(lacht)

 

Maakte je al mooie momenten mee in Sordo?

Er zijn er zoveel. Dingen van elke dag. Een lach op een gezicht is voldoende. Want het kan ook anders. Soms komen mensen binnen. Ze merken dat Sordo anders dan anders is. En ze vertrekken zonder een woord. Leuk is dat niet. Grappig was wel het bezoek van Sabam. (Wablieft: Sabam regelt de rechten van makers van muziek. Wie muziek draait in zijn zaak moet daarvoor betalen.) Een controleur kwam hier kijken. Hij doorzocht hier elke ruimte. Natuurlijk vond hij hier geen luidsprekers en installatie voor muziek. Toevallig was hier een gebarentolk. “Waarom is hier geen muziek?”, vroeg die man van Sabam. “Wat een gekke vraag”, zei ik. “Meneer, ik hoor niet of de klanten de muziek leuk vinden. Ik hoor niet of de muziek te luid staat. Ik hoor ze zelf niet, ik ben doof.”(lacht)

 

Word je dan nooit verrast? Jij staat achterin en je hoort een klant niet binnenkomen?

Ja, dat is al gebeurd. Ik heb daar nu een oplossing voor. Er gaat een licht aan boven mijn werkblad als er iemand binnenkomt. Vervelender is mijn kraan. Stel, ik ben bezig. Een klant of iets anders onderbreekt me en ik sluit de kraan niet af. Dan kan ik die vergeten, want ik hoor ze niet lopen.(lacht)

 

Is het werk in Sordo zwaar?

Ja, toch wel. Vooral het bijblijven met nieuwe regels en ander nieuws is niet eenvoudig. Als dove ben ik dat gewoon. Het is hier in Sordo wel mijn wereld. En dat maakt me elke keer weer gelukkig. Vroeger werkte ik enkel met horende collega’s. Ik heb er elke keer weer veel geleerd. Maar het was zwaar.

 

Ten slotte, we zijn in een soepbar. Welke soep kan je aanraden?

Elke soep. Ik verander vaak van menu. Ik zoek steeds nieuwe soepen en probeer ze uit. Maar soep met kokosmelk is heerlijk! En ze zijn altijd vegetarisch.

 

Soepbar Sordo vind je aan de Lange Steenstraat 2 in Gent. Dat is vlak bij het Gravensteen en de tramhalte ‘Gravensteen’. Maandag is Sordo gesloten. Meer info: http://soepbarsordo.be

Uit

Spreek met je handen en je gezicht

De wereld van dove mensen is stil. Dat denken we. Toch bestaat er een hele wereld achter de stilte. Net als achter hun taal. Dat is de gebarentaal. Met handen en gezicht praten en dichten dove mensen. Zo maken ze woorden en begrippen. 

 

Wist je dat…?

  • De taal van hier is de Vlaamse Gebarentaal  (VGT).

  • Naast woorden hebben ook steden en grote gemeenten een gebaar.

  • Doven herkennen elkaar aan hun gebaren als Antwerpenaar, Limburger of West-Vlaming.

  • Doven in het buitenland hebben een andere gebarentaal.

  • Nederlandse doven gebruiken dus een andere taal dan Vlaamse doven. Het verschil tussen die talen is veel groter dan het verschil tussen gesproken Nederlands en Vlaams.

  • Gebarentalen staan niet stil. Ook de VGT vernieuwt met woorden zoals Twitter, selfie en drone.

 

Wil je Vlaamse Gebarentaal leren? Dat kan vanaf 16 jaar. Vanaf 12 jaar kan het met een begeleider. Meer info: www.doof.vlaanderen/vormingen

Aan

Michel Helaers

met dank aan Nele De Cock, tolk Vlaamse Gebarentaal

Uit