Ik geef het op

Ik kan niet slapen.

Ik tel schaapjes.

Ik neem een warme douche.

Maar ik blijf wakker.

Ik lees een goed boek.

Maar nu kan ik niet stoppen met lezen.

Oei, is het al zo laat?

Ik moet echt wel slapen!

Ik zoek rustige muziek.

Ik zoek een uur lang.

Ik vind het perfecte liedje niet.

Dan geef ik het op.

Ik probeer niets meer.

Plots gebeurt het.

Mijn ogen vallen toe.

Ik val zomaar in slaap.