enkel voor abonnees

Begijn Le Bleu kijkt naar vogels

interview - 06 05 2020
Begijn Le Bleu
Foto: Begijn Le Bleu

“Vogels zijn gewoon perfect”

Het zijn vreemde tijden voor mensen. Maar vogels trekken er zich niets van aan. Voor hen is het gewoon lente, zoals elk jaar. Ze bouwen nu hun nesten. Binnenkort liggen daar eitjes in. En dan zijn er weer meer vogels om naar te kijken. Wie er zeker naar zal kijken, is Begijn Le Bleu. Hij werd bekend als komiek. Intussen is hij ook de bekendste vogel-kijker van het land.

 

We spraken met Begijn Le Bleu nog voor de crisis met corona uitbrak. Over het virus ga je hier dus niks lezen. Je zal wel veel over vogels lezen. En over waarom het zo leuk is om ernaar te kijken. En dat kan je overal doen. In je tuin, op je terras, vanuit je raam of terwijl je wandelt. Kijk en lees je mee?

 

Wablieft: Waarom is vogels kijken zo leuk?

Begijn Le Bleu: Dat is moeilijk om uit te leggen. Ik groeide ermee op. Mijn vader deed het ook. Als kind leerde hij me al naar vogels kijken. Maar waarom doe ik het graag? Vogels zijn heel mooi om naar te kijken. Ze zijn gewoon perfect. Ze zien er altijd goed uit. Ze verrassen me ook altijd. Hun gedrag is heel boeiend om te zien. Vogels kijken is ook een leuke afleiding. Ik denk dan even niet aan al het ernstige nieuws dat er altijd is. En ik voel me verbonden met de natuur. Hoe meer ik naar vogels kijk, hoe meer respect ik voor de natuur krijg.

 

Vogels kijken geeft je rust?

Ja, zeker. Maar soms word ik er ook nerveus van, hoor (lacht). Dat gebeurt soms als ik een zeldzame vogel zie. Of als ik niet genoeg naar vogels kan kijken. Soms lukt dat niet door mijn werk. Maar dan lees ik nieuws over vogels op internet. ‘Die zeldzame vogels zitten nu in dat gebied,’ staat er dan bijvoorbeeld. Ik wil daar dan graag heen. Maar dat gaat niet, want ik heb te veel werk. Dan durf ik wel eens stevig te vloeken (lacht). Maar meestal maakt vogels kijken me blij en geeft het me rust.

 

Heb je een vaste dag om vogels te kijken? Of doe je het de hele tijd?

Meestal ga ik woensdagochtend op pad. Vroeger maakte ik dan een tocht met de fiets en keek ik ondertussen naar vogels. Nu ga ik telkens naar een natuurgebied. Soms neem ik mijn fiets nog mee, maar niet altijd. Ik neem natuurlijk wel altijd mijn verrekijker mee.

 

Hoeveel soorten vogels kan jij herkennen?

Ik ben geen expert in soorten vogels. Sommige vogel-kijkers kennen alle soorten, of toch bijna. Ze weten ook veel over elke soort apart. Ik ken meer soorten vogels dan de meeste mensen. Ongeveer 80% van de soorten die hier voorkomen herken ik bijna meteen. Maar ik heb vooral interesse in het gedrag van vogels. Daarom kijk ik ook heel graag naar de vogels die in mijn tuin zitten. Dat zijn geen zeldzame soorten. Maar ik zie graag wat ze allemaal doen.

Ik ga ook wel op pad om meer zeldzame vogels te zien, hoor. Ik heb een boek met daarin de soorten vogels. Zie ik een soort? Dan kan ik dat aanduiden in mijn boek. Dat is ook heel leuk. Ik heb al veel soorten gezien. En hoop dat ik sommige soorten nog eens opnieuw kan zien.

 

Kijk je alleen naar die vogels, of neem je ook foto’s?

Ik kijk alleen. Ik heb wel een fototoestel en speciale lenzen. Maar foto’s maken is een vak. En foto’s maken van vogels of naar vogels kijken? Dat zijn twee heel andere dingen. Maak ik foto’s? Dan gaat mijn aandacht naar hoe ik een goede foto moet maken. Ik kijk dan niet echt meer naar de vogel. Dat is jammer. Want ik wil vooral die vogels zien. Daarom neem ik dus geen foto’s.

 

Steeds meer mensen doen aan vogels kijken. Alle cursussen van Natuurpunt zijn volzet. Heb jij tips voor wie wil beginnen met vogels kijken?

Begin je er als volwassene aan? Dan moet je tijd kunnen maken. Dat is niet altijd eenvoudig. Want je hebt werk, kinderen en misschien al andere hobby’s. Begin je eraan als kind? Dan is het een spel. Je kijkt de hele tijd in je boek met soorten van vogels. En later wordt vogels kijken een gewoonte. Maar je kan altijd beginnen met vogels kijken. Die cursussen van Natuurpunt zijn heel goed. De lesgevers weten heel veel. En ze nemen je mee op uitstappen om naar vogels te kijken. Daar leer je echt veel van.

Veel spullen heb je er niet voor nodig. Je koopt best wel een goed boek met soorten vogels erin. En je gebruikt best een goede verrekijker. Geduld heb je natuurlijk ook nodig. Maar dat komt vanzelf als je graag naar vogels wil kijken.

 

Heb jij favoriete plekken om vogels te kijken? 

Ik ga vaak naar het natuurgebied van Saeftinghe. En naar Doel en de polders errond. Daar is veel natuur bijgekomen de laatste jaren. Het is nu één van de gebieden met de meeste soorten in heel België. Je ziet er ganzen, lepelaars, sperwers, blauwe kiekendieven, torenvalken… Er zat zelfs een tijdje een zee-arend.

 

Eind januari maakt je mee reclame voor het vogeltelweekend van Natuurpunt. Daar was de koolmees de grote winnaar. De huismus en de kauw stonden op twee en drie. Het viel wel op dat mensen steeds minder vogels tellen in hun tuin. Weet jij hoe dat komt?

In heel Europa zijn er opvallend veel minder vogels dan vroeger. Overal nemen steden steeds meer gebied in. Daardoor krijgen veel vogels het moeilijk. Neem bijvoorbeeld de mus. Die vogeltjes zie je nog vaak. Maar ze zijn met veel minder dan vroeger. Dat komt omdat er steeds minder groen is in de steden.

Mussen leven in kolonies van 20 tot 40 vogels. Ze maken hun nesten in hagen. Als hun jongen groot genoeg zijn, sluiten die zich aan bij een andere kolonie. Maar mussen vliegen niet ver. Vinden ze geen andere kolonie? Dan blijven ze bij hun eigen familie. Zo krijg je inteelt. En daardoor sterven heel veel jonge mussen.

 

Wat kunnen we daaraan doen?

Er moet weer meer groen komen. En het mag allemaal wat wilder zijn. Mensen planten geen hagen en struiken meer. Want ze vinden het onderhoud te lastig. Maar gras alleen is niet genoeg voor vogels. Mijn buren hadden vroeger een oprit van zand. Mussen vonden dat geweldig. Ze namen er graag een bad in het stof. Maar toen legden de buren stenen op hun oprit. En de mussen waren weg. Al die stenen en dat beton is heel slecht voor de natuur.

Ook op het platteland krijgen vogels het moeilijker. Boeren willen liefst zo groot mogelijke stukken grond bewerken. Daardoor zijn er minder hagen en bomen. Vroeger teelden boeren ook veel meer graan. Na de oogst bleef er altijd graan op het veld achter. Dat was een feest voor de vogels. Nu zetten boeren veel maïs. Maar die korrels zijn te groot voor de meeste vogels. Alleen duiven kunnen maïs eten. Onder meer daarom zie je nu veel meer duiven.

 

Als je een tuin hebt, hoe kan je er dan meer vogels naar lokken?

Door de vogels te voederen in de winter. Ik begin daar al mee in oktober. En ik stop in maart. Elke dag krijgen de vogels eten. Ik zet ook een badje met water. Maar je moet vooral genoeg bomen en struiken zetten. Vogels willen graag veilige plaatsen waar ze heen kunnen vluchten. In een tuin met enkel gras kan dat niet. Daar zul je niet veel vogels vinden.

 

En je houdt ook best geen katten?

Hier in mijn buurt wonen vier katten. Maar ik ben niet boos op die dieren, hoor. Ze krijgen gelukkig genoeg eten van hun baasjes. Als ze in mijn tuin komen, zijn de vogels wel weg natuurlijk. Dat is jammer. Maar ik ga die katten niet afknallen, hoor. Dat zouden de buren niet zo leuk vinden (lacht).

Uit
kruisbek
Foto: Wiki Commons
Uit

Heb jij een favoriete vogel?

Oh, ik heb heel veel favoriete vogels! (lacht) Moet ik er één kiezen? Dat zou zijn alsof je me doet kiezen welke van mijn drie dochters ik het liefste zie. Dat gaat echt niet. Sommige vogels zie ik natuurlijk wel liever dan andere. Dat is bijvoorbeeld de kruisbek. Dat is een soort vink met een gekruiste bek. Die speciale bek gebruiken ze om zaadjes uit dennenappels te halen. In de hele familie van de vinken vind je prachtige vogels. Zo zijn er groenlingen en distelvinken. En ook de goudvink is heel mooi.

 

Is er een soort die je nog niet hebt gezien, maar die je zeker ooit eens wil zien?

Ja, een pestvogel! Dat is zo’n mooie vogel… Hij kreeg zijn naam omdat mensen vroeger dachten dat hij de pest verspreidde, die zware ziekte. De soort komt hier alleen maar voor in de winter. En dan moet het nog erg koud zijn. Ik weet dat ik er ooit gezien heb toen ik een kind was. Maar ik kan het me niet zelf herinneren. Daarom wil ik er nu heel graag nog eens één zien.

 

Wil je Begijn Le Bleu nog meer horen vertellen over vogels? Dan kan je luisteren naar zijn podcast. Die heet ‘Fwiet! Fwiet!’. Er zijn al 26 afleveringen. Begijn geeft ook lezingen over vogels. Je vindt alle info op zijn website: www.birdnerd.be.

 

Begijn Le Bleu schreef ook een boek over vogels kijken. Dat heet ook ‘Fwiet! Fwiet!’. Je kan het bestellen bij je boekhandel. Het kost 22,50 euro.

 

Tekst door Ruud Meert

Uit
Begijn Le Bleu
Foto: Begin Le Bleu - Fwiet! Fwiet!
Uit